10 tips omgang met dieren

  1. Neem altijd voldoende tijd om de situatie in te schatten, zorgt u voor eventueel omstanders die u kunnen helpen,
  2. Blijf vooral rustig en voorkom gevaar voor uzelf, u omstanders en uw (huis)dier,
  3. Blijf rustig tegen uw dier praten en zorg ervoor dat uw bewegingen voor uw dier gelijkmatig en voorspelbaar zijn,
  4. Wees voorzichtig met het optillen van uw dier, u kunt het dier onbedoeld pijn doen waardoor het in paniek kan raken,
  5. Zorg voor donkere kisten en kooien, uw dier zal rustiger worden wanneer het in een donkere ruimte bevindt,
  6. Loop niet rechtstreeks op uw dier af, maar probeer min of meer ‘per ongeluk’ langs te lopen,
  7. Als u denkt dat u een situatie niet aankan, belt u dan de dierenambulance. Zij zullen u willen helpen,
  8. Gebruik uw fantasie om te improviseren, iedere situatie is weer anders,
  9. Pas op met het aanraken van verwondingen, dit kan ziektes overdragen,
  10. Wendt uw hoofd van het dier af, tenzij het uw eigen huisdier is. Een strakke blik kan bedreigend lijken voor het dier.